Comfortmeting
Inhoud
In principe moet een fietspad minstens hetzelfde wegdekcomfort bieden als de rijbaan ernaast (Vademecum Fietsvoorzieningen).
Maar in praktijk blijft dat vaak dode letter... Sinds 2007 meet de Fietsersbond het comfort van fietspaden met de objectieve trillingsfactor. Edegem, Hove en Kontich waren bij de pilootgemeenten die in 2007 de eerste comfortmeting uitvoerden. Daar volgde in 2012 een tweede meting. In 2015 heeft Fietsersbond nationaal een volledige audit uitgevoerd van alle fietspaden uit het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk in samenwerking met en met de financiele steun van de Provincie Antwerpen. Dit gebeurde met een nieuwe generatie meetfiets. De meetfietser van Fietersbond nationaal heeft in maart 2018 de trillingen opgemeten op de nieuwe bovenlokale fietspaden (deel van fietspad in Ooststatiestraat) en ook de lokale fietspaden. Er werd recent overgeschakeld naar een nieuwe meetfiets maar deze moet nog geijkt worden. We hebben daarom besloten om geen exacte cijfers te publiceren, maar toch een kwaliteitsniveau qua rijcomfort toe te wijzen. We beoordelen de trillingskwaliteit van de Kontichse fietspaden:
Daarnaast beoordelen we ook de breedte van een fietspad. Als een fietspad voldoet aan de minimale breedtes uit het nieuwe Vademecum Fietsvoorzieningen dan krijgt het 10/10. Is het fietspad smaller dan de helft van de minimale breedte, dan krijgt het 0/10. De score verloopt lineair tussen beiden. De minimale breedtes zijn:
We controleren ook de minimale bufferafstand gemeten vanaf de start van de rand van de boordsteen aan de rijbaanzijde tot aan de rand van het fietspad. Deze bedraagt minimaal 50 cm voor een aanliggend fietspad (toegelaten tot 50 km/u) en 150 cm voor een vrijliggend fietspad. Dubbelrichtingsfietspaden zijn steeds vrijliggend. We hebben in dit rapport aanliggende fietspaden aanvaard mits de toegelaten snelheid beperkt is tot 50 km/u. We controleren ook de minimale schuwafstanden:
Als de minimale bufferafstand of schuwafstand niet gerespecteerd wordt, dan brengen we het tekort in mindering van de gemeten breedte van het fietspad. Als het snelheidsregime van de weg 70 km/u, moet het fietspad 150 cm verwijderd zijn van de rijweg. Als het maar 50 cm verwijderd is van de rijweg, dan beschouwen we de 100 cm het dichtstbij de rijweg als buffer. Een tweerichtingsfietspad van 250 cm houdt dan nog 150 cm over. Dat is net de helft van de minimale breedte. De score op breedte wordt dan 0/10. Door het snelheidsregime te verlagen naar 50 km/u, verhoogt de score op breedte tot 6,7/10. Straten zonder fietspad met meer dan 3500 voertuigen per etmaal, krijgen 0/10. Hiervoor baseren we ons op het uurcijfer van Straatvinken vermenigvuldigd met een factor 10. Als een fietspad niet haalbaar is, moet er dus gezorgd worden voor een betere modal shift. Als het aantal auto's daalt, kan gemengd verkeer. In Kontich vermoeden we dat dit van toepassing is op Antwerpsesteenweg, Mechelsesteenweg (ook gedeelte in zone 50), Molenstraat, Kapelstraat en Ferdinand Maesstraat. Het gaat over 2,5 km vergelen met een totaal van 54,5 km aan fietspaden of fietswegen. Om te kunnen vergelijken met eerdere fietsrapporten, hebben we in de tabel ook een cijfer toegevoegd bepaald op de berekeningsmethode van 2018, gebaseerd op een eerdere editie van het Vademecum Fietsvoorzieningen. Onderstaande kaart bevat de beoordeelde fietspaden en fietswegen wat betreft breedte. De groen gekleurde wegen halen minstens 7,5/10. De blauw gekleurde wegen halen minstens 5/10. De oranje wegen halen minsten 2,5/10. De rode wegen halen een nog lagere score. Fietscomfort (breedte) weergeven op een grotere kaart Onderstaande kaart bevat de beoordeelde fietspaden en fietswegen wat betreft trillingscomfort. We gebruiken dezelfde vier kleuren. Groen is het beste. Daarna volgen blauw en oranje. Rood is de slechtste kwaliteit. Fietscomfort (trillingen) weergeven op een grotere kaart
Onderstaande tabel geeft de resultaten weer voor de Kontichse fietspaden.
De eerste tabel heeft betrekking op fietspaden langs gemeentewegen: De aangepaste vereisten uit het nieuwe Vademecum Fietsvoorzieningen leiden tot een terugval van de score op breedte van 6,4 naar 1,6. Toch beoordelen we tolerant. We geven 10 bij het halen van de minimale waarden uit het nieuwe Vademecum. Vooral het in mindering brengen van breedte wegens te weinig afstand t.o.v. een rijweg aan 70 km/u (minimaal 150 cm) of naast een geparkeerde auto (minimaal 75 cm) zorgt voor een daling van de score. Nieuwe fietspaden zijn comfortabel. Fietspaden hebben wel veel schade geleden door de aanleg van glasvezel en door andere nutswerken. Zeker halfverhardingen zijn heel gevoelig voor graafwerken. De tweede tabel heeft betrekking op fietpaden langs gewestwegen: Ook hier zien we een daling van de score op breedte van 8,3 naar 4,2. De derde tabel heeft betrekking op fietswegen die niet gelegen zijn langs autowegen: Ook hier zien we een daling van de score op breedte van 8,6 naar 6,1. De fietssnelwegen zijn maar 2,5 meter breed. Deze zouden volgens het Vademecum 4 meter breed moeten zijn. Bekijk ook ons rapport voor de binnenwegen. Bekijk de volledige resultaten in een pdf (eenvoudig afdrukbaar).
Volgende tabel bevat de belangrijkste resultaten:
De materiaalkeuze speelt een belangrijke rol. Doorlopende verhardingen (asfalt en voegloos beton) scoren het beste en vertonen ook minder verschillen tussen verschillende aannemers. Beton is systematisch slechter dan asfalt. Tegels scoren altijd slechter. Verhardingen van slechte kwaliteit halen lagere scores dan goede halfverhardingen.
De beoordeling voor breedte is sterk gedaald. Het nieuwe Vademecum Fietsvoorzieningen heeft de minimale breedtes sterk verhoogd en heeft ook extra buffers ingevoerd naast bijvoorbeeld geparkeerde auto's. Aanliggende fietspaden zijn enkel toegelaten tot 50 km/u. Bij 70km/u moet er 150 cm buffer voorzien worden. Langs vele gemeentewegen liggen nog te smalle tweerichtingsfietspaden, vaak zelfs met onvoldoende buffer t.o.v. de rijweg. De fietspaden langs gemeentewegen halen maar 1,6/10 voor breedte. Volgens de methode gebaseerd op het oude Vademecum was dit nog 6,4/10. Het is een negatieve sprong in de beoordeling, zonder dat de kwaliteit qua breedte ook effectief achteruitging. Ook de breedtes in het Vademecum wijzigen maar om de 20 jaar. De wijzigingen houden rekening met de groei van het fietsverkeer en de introductie van bredere en snellere fietsen.
|